leven van een kat: Hoe Ziet Het Leven Van Jouw Kat Eruit ?

Leven-Kat

In het leven van een kat kunnen allerlei spannende dingen gebeuren. Ze kan een nestje krijgen, verhuizen of een andere kat als huisgenoot krijgen. Daarnaast wordt ze (hopelijk) oud en dat brengt zo zijn eigen problemen met zich mee. In dit blogartikel lees je hoe poes en jij omgaan met deze grote veranderingen.

Een huishouden met meerdere katten

Het is niet helemaal zeker of katten zich eenzaam kunnen voelen, maar je moet een binnenkat wel een zo rijk mogelijk leven bieden. Dat doe je natuurlijk al, met veel aandacht, lekker voer en spannende speeltjes. Sommige baasjes denken dat een kat erbij voor een nog rijkere omgeving zorgt, en vaak is dat ook zo. Maar je weet ook dat katten niet van verandering houden. Dus hoe pak je het aan?

Ken je grenzen

Denk eerst goed na of je dit echt wilt en of je voldoende tijd en geld hebt. Heb je tijd om de kattenbakken regelmatig leeg te scheppen, om te borstelen, te spelen en naar de dierenarts te gaan? En heb je geld voor al dat extra voer en kattenbakgrit (al kun je dat wel groter inkopen)?

Territorialiteit

Honden hebben een ingebouwd vermogen om met elkaar samen te leven, naar katten niet. Katachtigen in het wild gaan niet gezamenlijk op jacht, maar zijn meestal solitaire jagers. En wanneer ze niet op jacht zijn, beschermen ze hun jachtgebied (hun territorium) tegen rivaliserende katten.
Toch kan de huiskat goed een sterke band krijgen met andere katten. Zolang ze er maar op kunnen vertrouwen dat er voldoende voedsel is, kunnen katten heel goed in harmonie leven met elkaar. Wel steekt de territoriumstrijd af en toe nog de kop op. Katten zijn constant bezig om onderhandelingen te voeren over hun territorium. Als er voldoende ruimte beschikbaar is, zul jij daar weinig van merken, maar als er te weinig ruimte is, dan zie het vanzelf; vechten, markeren en het vermijden van kattenbakken.

Als je wilt dat je katten in harmonie samenleven, wees dan geduldig als je ze introduceert en zorg ervoor dat ze niet hoeven te vechten om ruimte, voedsel of kattenbak.

Combinaties

We hebben gemerkt dat bepaalde situaties beter werken dan andere:

  • Twee kittens tegelijk. Beginnen met twee kittens (dat hoeven niet eens nestgenootjes te zijn) is waarschijnlijk het allergemakkelijkste. Ze komen in je huis op een leeftijd waarop ze nog meer geïnteresseerd zijn in spelen dan in vechten om grondgebied.
  • Twee volwassen katten tegelijk. Als je nog geen katten hebt, is het tegelijk adopteren van twee volwassen dieren niet zo moeilijk. In het begin zullen ze niet zo blij zijn met elkaar, maar omdat geen van beide het territorium binnendringt dat al is ingenomen door de ander, zullen ze vrij gauw gesetteld zijn.
  • Gevestigde kat, nieuwe kitten. Een volwassen kat (mits niet te oud) is doorgaans vrij tolerant tegenover kittens. Hij zal het niet altijd even leuk vinden, maar loopt eerder even de kamer uit dan dat hij in de aanval gaat.
  • Gevestigde volwassen kat, nieuwe volwassen kat. Dit is een lastige combinatie. Het nieuwe dier wordt als een indringer gezien in het grondgebied van de gevestigde kat en dat garandeert dat er net zo lang stukken vacht door de lucht vliegen totdat beide tevreden zijn met een hoekje van de wereld dat ze van zichzelf mogen noemen.

De beste tip? Laat ze helpen

Katten die niet zijn gesteriliseerd of gecastreerd staan voortdurend onder zware druk om territorium te veroveren en te verdedigen (met sproeien, vechten en noem maar op). Het gedrag verbetert aanmerkelijk als je alle katten laat ‘helpen’.

Voor meerdere katten zorgen

Hoofdregel: zorg ervoor dat alle katten zich op hun gemak voelen in hun omgeving en let erop dat je niet één kat voortrekt. Voor alle andere situaties: lees verder.

Kattenbakstrategieën

Ga er niet van uit dat je katten hun bak graag delen. Katten laten niet alleen urine en uitwerpselen achter om zich te ontlasten, maar ook om hun territorium te markeren. De kattenbak die al door een kat is ‘ingenomen’, zal daarom niet zo snel worden gebruikt door een andere kat.

De standaardregel is om een kattenbak te hebben voor elke kat, opgesteld op verschillende plaatsen in het huis. De plaats van de kattenbakken kan ook helpen. Katten willen zich veilig voelen als ze hun behoefte doen, dus zet de kattenbak zo neer dat je kat een oogje in het zeil kan houden. Voor sommige katten is de ideale kattenbakopstelling weg van de muur en met een volledig zicht (360 graden) rondom de bak. Andere katten voelen zich juist meer geborgen als de bak tegen de muur staat. Probeer verschillende kattenbakken op verschillende plekken en laat je kat kiezen wat hij het prettigst vindt.

En denk eraan: schep de bak vaak leeg. Ten minste elke dag, maar twee of zelfs drie keer per dag is niet overdreven.

Krabmeubels, holletjes en verstopplekjes

Geef je katten voldoende ruimte en bewegingsvrijheid, zodat ze elkaar kunnen ontlopen als dat moet. Ze houden het meeste van hoge plekken, zoals boekenkasten en krabmeubels met een ligplateautje bovenop en holletjes om zich in te verstoppen.

Etenstijd op de kattenranch

Veel katten kunnen tevreden samen eten, zolang ze zich maar veilig voelen en weten dat er voldoende voedsel is voor allemaal. Maar het kan ook misgaan. Probeer uit welke voedingswijze het beste werkt in jouw huishouden met meerdere katten.

  • Strategie 1 – het voer altijd beschikbaar. Altijd een bakje met droogvoer klaar hebben staan is waarschijnlijk de eenvoudigste manier om je katten eten te geven. Als je katten hier goed mee omgaan, dan is dat prima. Maar sommige katten zijn pestkoppen en jagen andere katten bij het eten weg. Zorg in dat geval altijd voor twee bakjes met droogvoer op verschillende plaatsen in huis. De pestkopkat kan niet op twee plaatsen tegelijk zijn, dus de andere kat of katten kunnen eten. Zolang iedereen een gezond gewicht heeft, niet te dik en niet te dun, is het goed.
  • Strategie 2 – individuele maaltijden. Als je katten hebt met verschillende eetbehoeften (bijvoorbeeld een kat die op een medisch dieet is of een kat met overgewicht) kun je elke kat apart te eten geven. Doe dat ook als je katten bang zijn om in het gezelschap van een ander te eten. Je hoeft je katten niet in verschillende ruimtes te eten te geven. Op verschillende niveaus is ook al prima, bijvoorbeeld één kat op de grond en de andere op het aanrecht, op tafel of op de wasdroger.
  • Strategie 3 – kattenbuffet met speciale service. Sommige mensen houden ervan om constant droogvoer voorhanden te hebben én hun katten een keer per dag te trakteren op een paar theelepels smakelijk blikvoer. Het voordeel van deze voedingsstrategie is dat je er altijd bij bent als ze eten. Omdat gebrek aan eetlust een teken van ziekte kan zijn, is dit waardevolle informatie om een gezondheidsprobleem vroeg op te merken.

Medische kwesties met meerdere katten

Met een stel binnenkatten die eenmaal gezond zijn verklaard hoef je niet echt bang te zijn voor parasieten of besmettelijke ziekten. Maar als de katten komen en gaan, komen ze vaak terug met problemen die gemakkelijk kunnen worden overgedragen op de rest.

Vlooien en teken

Door hun aard zijn parasieten heel goed in staat om via de ene gastheer een andere te besmetten. Als één kat een parasiet heeft opgelopen, krijgen ze het vrijwel altijd allemaal. Katten zijn zulke toegewijde poetsers dat ze meestal weinig last van teken hebben, maar vlooien zijn een ander verhaal. Lees dan ook zeker onze artikel over de beste vlooiendruppels . Bij de dierenarts of in de dierenspeciaalzaak kun je antivlooienmiddelen krijgen. Maar vooral met meerdere katten wordt dat een dure grap, vooral omdat je er in feite nooit mee mag stoppen. Een andere oplossing is om je vlooienvrije katten tijdelijk ergens anders onder te brengen en je huis in één keer zeer grondig vlooienvrij te maken (huur desnoods een ongediertebestrijdingsbedrijf in). Als je vlooienvrije katten introduceert in een vlooienvrije omgeving, zou je verder geen problemen meer moeten hebben.

Oormijt

Deze kleine beestjes leven in het binnenoor van een kat. Ze kunnen heel besmettelijk zijn. Als een van de katten oormijt heeft, is de kans groot dat de andere katten het ook hebben. Bespreek het probleem met je dierenarts. En denk eraan: maak de behandeling altijd af, anders zijn de mijten zo weer terug.

Wormen

Andere parasieten die kunnen worden overgebracht van kat naar kat zijn wormen, zoals de lintworm. Ga naar de dierenarts voor diagnose en behandeling.

Een ‘worm’ die eigenlijk geen worm is, maar een schimmel, is de ringworm. Deze kan worden overgebracht van kat naar kat en ook van kat naar mens. Tekenen bij de kat zijn cirkelvormige plekken of haarverlies, en soms korsten of een droge schilferige huid. Ga bij een vermoeden van ringworm naar de dierenarts en ook naar je eigen huisarts!

Besmettelijke virusziekten

Ook besmettelijke virusziekten zoals kattenleukemie, buikvliesontsteking of kattenaids brengen ernstige gezondheidsrisico’s mee voor je katten. Werk samen je dierenarts om een preventief gezondheidsprogramma samen te stellen.

Voortplanting bij katten

Onderstaande verhaal gaat over wat er allemaal bij komt kijken als je wilt dat je poes een gezond nestje krijgt.

Maar stel je voor alles de vraag: wil ik dat eigenlijk wel? Hopelijk is je antwoord ’nee’ en laat jij je kat ‘helpen’, oftewel steriliseren of castreren.


Maar echt, een geholpen kat is een leuker huisdier, blijft gezonder en draagt niet bij aan de toch al enorme hoeveelheid katten op deze aarde, waarvan er miljoenen per jaar moeten worden afgemaakt omdat er geen baasjes voor ze zijn.

Een gecastreerde kater zal minder zwerven, sproeien en vechten. Een gesteriliseerde poes is attenter en liever, omdat haar energie niet opgaat aan het vinden van een partner. (Poezen zijn eigenlijk bijna altijd krols totdat ze zwanger raken.) Ook bescherm je haar tegen een aantal soorten kanker, infecties en seksueel overdraagbare ziekten.

Zowel katers als poezen die niet zijn geholpen, kunnen uiterst onaangenaam gezelschap zijn. Voortplanting is hun reden van bestaan en als ze hun instincten niet mogen volgen van jou, maken ze je stapelgek door continu te jammeren dat ze naar buiten willen.

Steriliseren en castreren: wat komt er bij kijken?

Steriliseren, castreren of ‘helpen’ zijn veelgebruikte namen voor de chirurgische ingreep die ervoor zorgt dat katten zich niet meer kunnen voortplanten. De medische termen voor de operaties zijn ovariohysterectomie bij poezen en castratie bij katers. Beide ingrepen worden onder volledige narcose gedaan en mogen alleen worden uitgevoerd door een dierenarts. Steriliseren en castreren behoren tot de gangbaarste medische ingrepen en leveren bijna geen gevaar op voor je huisdier.

Sterilisatie is het verwijderen van het complete voortplantingssysteem: de baarmoeder, eileiders en eierstokken worden verwijderd door een incisie in de onderbuik. Bij castratie worden de testikels van de kat verwijderd door een incisie in het scrotum, de balzak met daarin de testikels.

De incisie bij een kater wordt meestal niet gehecht, maar met een poes moet je na ongeveer tien dagen terug naar de dierenarts om de hechtingen te laten verwijderen (tenzij er oplosbare hechtingen zijn gebruikt). Het herstel gaat snel en duurt meestal een paar dagen. In deze periode moet je zorgen dat de poes rustig blijft. Dus niet springen of ruwe spelletjes doen.

De bloemetjes en de bijtjes

Je leest deze zinnen, dus óf je hebt gewoon interesse in de voortplanting van katten, óf je hebt besloten om je poes niet te laten steriliseren en een nestje te laten krijgen. Dan is dit het moment om nog eens heel goed na te denken of je je poes echt niet wilt laten helpen. Het is gezonder, ze wordt er leuker van, en tja, er zijn al zo ontzettend veel katten op de wereld!

Ben je er nog? Goed, blijkbaar wil je dat nestje écht graag. Lees dan verder, zodat je er in elk geval voor kunt zorgen dat alles zo voorspoedig mogelijk verloopt voor moeder en kroost.

Een partner kiezen

Als je wilt dat je poes kittens krijgt, moet ze minimaal een jaar oud zijn. Verder moet ze virusvrij zijn en moet ze al haar vaccinaties hebben gehad. Wacht niet met inenten tot ze al zwanger is; dit kan tot grote problemen leiden bij de ontwikkeling van de kittens. Maak een afspraak met de dierenarts en bespreek de plannen voor je poes; hij of zij kan je adviseren over noodzakelijke voorzorgsmaatregelen.

Ook wil je een gezonde partner voor je poes. Maak daarom een afspraak met een fokker. Ga nooit zonder kennis van zaken op zoek naar een partner. Met name raskatten kunnen genetische afwijkingen hebben die tot uiting komen door onzorgvuldig kruisen, zodat de kittens met ernstige gezondheidsproblemen worden geboren en weinig kans hebben op een gelukkig leven.

Als je een partner voor je poes hebt gevonden, sta er dan op dat hij ook wordt onderzocht, zodat beide katten gezond zijn en vrij van besmettelijke ziekten.

Seks bij katten

Wees maar blij dat je geen kat bent, want de seks lijkt allesbehalve leuk. Het is zelfs pijnlijk. De kater bijt de poes om te beginnen achter in de nek, beklimt haar vervolgens, waarna zij hem na de paring nog eens flink toetakelt. Ze maken daarbij een oorverdovend gekrijs. Zij rolt na de daad nog wat rond, hem totaal negerend. Toch blijft hij wat rondhangen om te voorkomen dat een andere kater zijn kans grijpt. Niet lang daarna wil ze hem nog eens: nog meer gebijt, gekrijs en gekrab. Als het kan, paart ze met een paar verschillende katers; het kan haar niet schelen wie. Ook de katers gaan op zoek naar nieuwe poezen om mee te paren. Om en nabij twee maanden later krijgt ze haar kittens. De vader(s) is/ zijn nergens te bekennen.

Seks Katten

Bovenstaande afbeelding: Als een poes krols is, kan ze jammeren, rennen, tegen dingen aanwrijven en rollen om aandacht te krijgen van katers.

Zorgen voor een zwangere poes

Ongeveer twee weken na een succesvolle paring worden de lichtroze tepels iets donkerder. De meeste baasjes van vrij rondzwervende poezen merken een zwangerschap pas op als de poes al bijna moet bevallen.

Om voor een veilige zwangerschap en een voorspoedige bevalling te zorgen, zal je dierenarts je adviseren om potentiële problemen door te geven. Een echoscopie kan bruikbaar zijn om een vroege diagnose te maken van de zwangerschap en later om de leeftijd, ontwikkeling en levensvatbaarheid van de foetus vast te stellen. Röntgenonderzoek kan na de 45e dag handig zijn om het aantal kittens en hun grootte te bepalen, zodat je beter kunt inschatten wat je kunt verwachten en wanneer.

Volg de adviezen op van je dierenarts over prenatale zorg en geef je poes geen vitaminen, medicijnen of andere middelen zonder eerst met je dierenarts te overleggen.

Het is bijna zover

Een normale zwangerschap duurt ongeveer 66 dagen vanaf de ovulatie, maar omdat de eisprong pas na de bevruchting plaatsvindt (en je weet niet altijd wanneer ze heeft gepaard) kan het knap lastig zijn om te bepalen wanneer ze gaat bevallen.

Hoe dan ook, zo’n twee weken voor de bevalling wordt poes rusteloos en gaat op zoek naar een rustige plek om haar kittens te krijgen. Als ze geen binnenkat is, moet ze vanaf deze tijd binnen worden gehouden. Zet op een rustige, beschutte plek (bijvoorbeeld in de slaapkamer) een grote doos of mand neer waarin ze kan bevallen en leg wat oude doeken op de bodem (geen kranten, vanwege de inkt).

De temperatuur van een kat ligt normaal gesproken tussen de 38,5 en 39,5 graden. Dit kan een beetje zakken tijdens de eerste barensweeën, maar meestal kun je het temperaturen maar beter laten in deze periode. Kijk in plaats daarvan naar vergrote tepels of de afscheiding van een kleine hoeveelheid melk. Je kat eet misschien als je haar iets geeft, maar ze kan ook zonder eten in de doos blijven rusten, spinnen en afwachten.

Je kat kan het meestal wel alleen af, maar het is verstandig om een paar dingen bij de hand te hebben, zoals schone handdoeken, ontsmettingsmiddel, een schaar, een klos garen en een injectiespuit zonder naald. Als je een langharige kat hebt, knip dan de vacht kort onder de staart, de achterkant van de poten en rondom de tepels. Houd ten slotte het nummer van de dierenarts en een noodkliniek bij de hand.

Welkom, kleintjes

Uiteindelijk krijgt de poes persweeën en breken de vliezen (de afscheiding begint waterig en wordt dan donkerder). De eerste kitten verschijnt gemiddeld binnen een uur en is gewikkeld in een doorzichtig vlies, de vruchtzak. De moeder bijt dit vlies stuk en likt het snoetje, zodat de kitten begint met ademhalen.

Je kunt de moeder in de meeste gevallen het beste met rust laten, maar als ze niet binnen een minuut omkijkt naar haar kitten, moet jij het vlies verwijderen en de kitten met een handdoek droogwrijven zodat hij begint te ademen. Bind de navelstreng af met een stukje draad of een navelstrengklem op ongeveer drie centimeter vanaf de buik en knip de streng net na de afbinding af met een schaar. Dep het uiteinde van de navelstreng in ontsmettingsmiddel en leg de kitten weer bij de moeder. Als de kitten niet ademt, verwijder je het vocht uit zijn bekje met de spuit; houd hem daarna voorzichtig in je hand (ondersteun zijn kopje goed) en schud hem twee of drie keer goed door elkaar. Doe dit alles opnieuw als de kitten nog niet ademhaalt. Als je het niet lukt om de kitten te redden, heb je het in ieder geval geprobeerd.

De volgende kittens worden geboren met intervallen van een half uur tot een uur. De placenta, het weefsel dat de kittens verbindt met de baarmoeder, komt zo’n vijftien tot dertig minuten na elke kitten. Soms komen alle placenta’s tegelijk, vooral als de bevalling snel ging.

Bel onmiddellijk de dierenarts als een van de volgende dingen gebeurt:

  • Je kat heeft al langer dan dertig minuten sterke en aanhoudende weeën of is al een uur actief bezig met persen zonder dat ze geworpen heeft.
  • Je kat rust (zonder te persen) al meer dan vier uur na de geboorte van de eerste kitten.
  • De persweeën zijn zwak of onregelmatig en duren al langer dan twee of drie uur.
  • Je kat begint over te geven, ziet er zwak uit, hijgt of ademt snel, miauwt of vertoont tekenen van hevige pijn.
  • Je kat produceert een gele, witte of bloederige afscheiding.
  • Er is geen placenta voor elk jong.

Na de geboorte

Een normale kat eet de placenta’s op en scheurt de navelstreng door; als ze op zichzelf aangewezen is, eet ze waarschijnlijk ook doodgeboren kittens op. Dit lijkt eng, maar is heel normaal gedrag. Misschien wil je de dode kittens liever inpakken in krantenpapier en op een correcte manier van de hand doen. Vraag je dierenarts of een dierenopvangcentrum wat je kunt doen.

Je kunt ook, net als sommige fokkers, de placenta’s weghalen. Dat is op zich prima (hoewel er belangrijke voedingsstoffen voor melkproductie in zitten), maar controleer wel of de placenta’s van alle kittens er zijn.

Kittens worden doof en blind geboren, maar het reukzintuig is al wel goed ontwikkeld. Dit gebruiken ze om de tepels van de moeder te vinden. De eerste melk die ze binnenkrijgen, het colostrum, bevat antistoffen van de moeder en andere belangrijke stoffen die de kittens beschermen tegen ziekten zolang hun eigen afweersysteem nog niet volledig functioneert.

Als het gezinnetje gezond en gelukkig lijkt, kun je ze af en toe controleren, maar laat ze ten minste twee weken met rust. Neem contact met de dierenarts op als de moeder of de kittens geïrriteerd of lusteloos lijken.

Als het niet goed gaat met de kittens of als de moeder ziek wordt, dan moet jij de zorg voor hen overnemen. Eerst met een voedingssonde en later met de fles. Deze taak gaat 24 uur per dag door; bespreek met de dierenarts wat en wanneer je de kittens moet voeden. Als je geluk hebt, weet je dierenarts een andere kat met kittens die eventueel ook voor jouw kittens kan zorgen; zo niet, dan hangt hun over-leving volledig af van jou!

De ontwikkeling van kittens

Kittens zien opgroeien is een zeldzame gelegenheid, dus geniet van de ervaring. In de volgende paragrafen lees je wat een normale ontwikkeling is en wat je ongeveer kunt verwachten.

De eerste twee weken

In de eerste paar weken is groei het belangrijkste; kittens drinken continu en verdubbelen hun gewicht in de eerste week. De moeder is constant in de buurt, voorziet ze van melk en likt ze om de ontlasting te stimuleren, die ze vervolgens opeet. De navelstreng valt binnen twee of drie dagen af en de ogen openen zich na ongeveer een week tot tien dagen. Laat de jongen zo veel mogelijk met rust, kijk alleen of iedereen comfortabel is en of ze goed eten.

JOUW ROL ALS ‘GROOTOUDER’

Katten zijn over het algemeen uitstekende moeders: zorgzaam en toegewijd. Ze verplaatsen de kittens bij het geringste teken van gevaar, leren ze hoe ze de kattenbak moeten gebruiken en leren ze jagen door te spelen. Toch kan een moederkat haar jongen niet alles leren over wat ze moeten weten om in de mensenwereld te leven. Kittens die vóór de leeftijd van twaalf weken geen contact met mensen hebben gehad, zullen altijd nerveus of zelfs agressief tegenover mensen blijven staan.

Als je wilt dat de kittens zelfverzekerde, extraverte volwassenen worden, moeten ze al vroeg worden blootgesteld aan menselijk gezelschap. Ga veel met de kittens om (maar nog niet in de eerste twee weken) en pak ze regel matig op voor een knuffelpartij. Nodig andere mensen uit om ze ook te aaien en op te pakken; mannen en vrouwen, kinderen en volwassenen. Hoe meer, hoe beter! Heb je een hond, laat die dan ook eens aan de kleintjes snuffelen. Zorg ervoor dat alle interacties positief en vriendelijk zijn.

Twee tot acht weken

Het gehoor en het zicht van de kittens groeit gestaag tussen de twee en vijf weken. Tegen de vierde week beginnen de jongen te lopen, rennen en zelfs te springen en worden ze verbazingwekkend snel. Toch houdt moeder ze nog scherp in de gaten, reageert op elk gepiep en brengt ze in haar bek terug als ze te ver afdwalen. De eerste tandjes van een kitten verschijnen rond dezelfde tijd als ze hun ogen openen.

Na ongeveer drie weken wordt de moederkat moe van het verzorgen; in deze periode kun je de kittens af en toe oppakken. De moeder is echter nog steeds betrokken bij haar jongen. In deze periode leert ze hun hoe ze moeten jagen.

Vanaf drie weken kunnen kittens vast voedsel eten; maak droogvoer zacht met warm water en plaats een kliedertje op het neusje van een kitten om de overgang soepeler te laten verlopen. De moeder helpt hierbij door in toenemende mate niet meer beschikbaar te zijn en de kittens zouden zo rond de zeven weken compleet gespeend moeten zijn.

Geef de kittens toegang tot de kattenbak vanaf de leeftijd van drie weken, en ze leren van hun moeder hoe ze die moeten gebruiken.

Als het je bedoeling is om het bij dit ene nestje te laten, wacht dan niet te lang met de poes te laten steriliseren. De kittens zijn amper gespeend of de poes kan al weer zwanger raken.

Acht weken tot veertien weken

Als ze twee maanden oud zijn, hebben kittens tanden, zijn alle zintuigen ontwikkeld en zijn ze behendig en speels. Deze periode kenmerkt zich door de grote hoeveelheid plezier die het baasje aan zijn kittens beleeft. Je hoeft dan ook niet te worden overgehaald om met de kittens te spelen om ze laten wennen aan omgang met mensen.

Laat je kittens niet denken dat menselijke vingers en tenen er zijn om op te springen, anders zadel je jezelf (en de eventuele latere baasjes) op met problemen. Stop het spel als de kittens aanvallen, ook al is dit midden in het spelen. Nog beter: gebruik interactieve spelletjes, zoals een kattenhengel of een ander speeltje aan een touw om met de jongen te spelen.

Hoewel sommige mensen kittens al weggeven als ze nog maar net gespeend zijn, zijn de jongen het beste af als ze de eerste twaalf tot veertien weken bij hun moeder blijven. Kittens die eerder bij de moeder, broertjes of zusjes worden weggehaald, kunnen later moeite hebben om andere katten te accepteren

Toch is dat al wel een goed moment om alvast een goed onderkomen te vinden voor de kittens. Nu is ook de ideale tijd om ze mee te nemen naar de dierenarts voor controle, vaccinaties, ontwormen en andere preventieve maatregelen.

De adolescent

Als je besluit een of twee kittens te houden, kun je nog wat langer genieten van de ontwikkeling. De kattenjeugd stopt wanneer ze seksueel volgroeid zijn, wat al na vijf maanden het geval kan zijn, hoewel hun gedrag het hele eerste jaar vrij kittenachtig kan blijven.Kittens groeien snel op en je staat er versteld van hoe snel ze zelf alweer jongen kunnen krijgen. Bespreek daarom in een zo vroeg mogelijk stadium sterilisatie en castratie met je dierenarts, anders krijg je te maken met weer een nieuwe generatie kittens.Soms is het geslacht van kittens moeilijk te bepalen. Til de staartjes op en vergelijk. De dierenarts kan uitkomst bieden als je er geen kop of staart van kunt maken.

Kattengeslacht

Bovenstaande afbeelding: Het is soms moeilijk jongens van meisjes te onderscheiden als de kittens nog jong zijn (de kater staat links en de poes rechts); vraag je dierenarts als je twijfelt.

Vaarwel jongens

Als je je werk goed hebt gedaan, heb je echt iets bijzonders te bieden: vriendelijke en goed opgevoede kittens die een leven lang goede gezondheid en kameraadschap beloven. Je wilt er dan ook voor zorgen dat de mensen die deze fantastische kittens krijgen, ze ook waard zijn.

Kittens zijn zo schattig dat je ze in een paar minuten ‘kwijt kunt raken’ door ze weg te geven bij de ingang van een supermarkt. Maar doe serieus je best om een goed thuis voor ze te vinden. Meldt zich een gegadigde, vraag dan naar de samenstelling van het gezin, andere dieren, de ervaring met katten enzovoort.

Onthoud dat als jij wilt dat je kittens een goed onderkomen krijgen, jij de enige bent die daar voor kan zorgen.

Op reis met je kat … of niet

Wij zijn aanzienlijk reislustiger dan onze katten. We bezoeken familie, moeten soms een nachtje weg voor een vergadering aan de andere kant van het land, we gaan op vakantie en soms verhuizen we zelfs. De kat bedankt beleefd. Die blijft liever thuis. In de volgende paragrafen lees je hoe je een reis met poes zo draaglijk mogelijk maakt voor haar en wanneer het beter is om de kat thuis te laten wanneer jij weggaat.

Is je kat klaar voor de reis?

Als je wilt dat je kat went aan reizen, kun je het beste beginnen als hij nog jong is. Het kan moeilijker zijn om een volwassen kat te introduceren op nieuwe plaatsen en bij mensen en de kans is groot hij zich nooit meer zo kan aanpassen dat hij plezier beleeft aan de ervaring.

Sommige reisjes zijn niet te vermijden, vooral niet als je gaat verhuizen. Vraag jezelf af of de kat gezond genoeg is om te reizen en of hij de persoonlijkheid heeft om zich aan te passen aan het reizen? Vraag eventueel advies aan de dierenarts. En een klein beetje experimenteren met een paar korte tripjes waar jullie allebei plezier aan bleven kan nooit kwaad.

Gezondheidsoverwegingen

Voordat je langere reizen gaat maken dan een ritje door de stad, ga je eerst met de kat naar de dierenarts om te controleren of ze gezond is en recentelijk alle preventieve maatregelen heeft gehad.

Overleg reisplannen met je dierenarts. Als je met het vliegtuig reist, heb je sowieso een gezondheidsverklaring nodig. Vraag ook om een kopie van het inentingsboekje van je kat (vooral de inenting tegen hondsdolheid is belangrijk). Als je denkt dat je kat beter af is door met kalmeringsmiddelen te reizen, bespreek dit dan ook.

Als je een pers of een exotische korthaar hebt (of een mix met de karakteristieke platte snuit van deze rassen), kan reizen een groot risico zijn. Dat komt doordat ze moeilijk kunnen ademhalen met die platte snuit. Reizen in het vrachtruim van een vliegtuig behoort dan niet tot de mogelijkheden. Vraag je dierenarts wat de veiligheid van je huisdier kan vergroten.

Kijk naar het karakter

Jij kent je kat beter dan wie dan ook. Is ze verlegen en nerveus of ontspannen en vriendelijk? Kan ze goed tegen verandering? Tegen lawaai? Tegen veranderingen in etenstijden of de locatie? Als je kat twee dagen nodig heeft om tot rust te komen na een kort autoritje, kun je beter alleen nog maar absoluut noodzakelijke reizen met haar maken.

Als je kat een grensgeval is, geef het dan in elk geval een kans.

Je kat niet meenemen

Zelfs als jouw kat reizen niet heel erg vervelend vindt, kun je hem soms beter niet meenemen, bijvoorbeeld bij zakenreizen of als je naar het ziekenhuis moet.

Vraag je vrienden, buren en collega’s wat zij doen met hun katten als ze weggaan. Vraag ook je dierenarts naar de gegevens van goede dierenpensions of particuliere oppassers.

Wat voor zorg je ook kiest voor je huisdier als je weg bent, maak de afspraken in een vroeg stadium als dat kan. Dierenoppasers of dierenpensions kunnen soms al maanden van tevoren volgeboekt zijn in het hoogseizoen, zoals zomer- en kerstvakanties.

Dierenoppas

Een oppas kan gewoon een vriend of collega zijn, maar ook iemand die professioneel op de katten van anderen past. Het kan zijn dat je je kat naar de oppas brengt, of dat de oppas bij jou thuis komt. Spreek dat af.

Het voordeel van je kat in huis te houden is dat hij bekend is met de omgeving, wat een belangrijke overweging kan zijn. En de oppas kan andere dingen doen, zoals binnengekomen post en kranten opbergen, je planten water geven en de lichten aan en uit doen.

Bespreek van tevoren het werk en de prijs van de oppas, en in het geval je te maken hebt met een bedrijf, controleer dan of werknemers hun verplichtingen nakomen en of ze verzekerd zijn.

Het meest genoemde bezwaar tegen dierenoppas is dat je huisdier nog steeds een groot deel van de tijd alleen is, omdat de meeste oppassers niet veel tijd kunnen besteden aan ieder individueel dier.

Als je kat ziek wordt of kans ziet weg te lopen, kan een oppas dit te laat ontdekken omdat er soms wat tijd overheen gaat voordat de oppas er weer is. Ten slotte zijn er mensen die het geen prettig idee vinden dat er bij hun afwezigheid vreemden in huis komen.

Een van de beste oplossingen is het uitwisselen van oppasdiensten. De meeste dierenliefhebbers hebben vrienden die ook dieren hebben en dan is een afspraak om op elkaars dieren te passen zo gemaakt. Dit kan heel goed werken en is voor beide partijen zowel een oplossing die geruststellend is (als je vrienden hebt die net zo liefdevol met dieren omgaan als jezelf) als kostenbesparend.

Dierenpensions

Een dierenpension is een andere optie, ideaal voor vriendelijke goed aangepaste katten. Ondanks alle aanbevelingen van de wereld, moet je je kat niet achterlaten in een pension waar je niet zelf eerst een kijkje hebt genomen. Je zou schone, comfortabele en goed onderhouden faciliteiten moeten zien. Zo niet, ga ergens anders heen.

Vraag waar jouw huisdier verblijft en of je deze ruimten mag zien. Controleer of je kat compleet gescheiden van honden en apart van andere katten in het pension verblijft. Je eigen katten kunnen wel bij elkaar worden gehouden, maar vreemde katten moeten nooit bij elkaar worden gezet.

De beheerders moeten zich inzetten om het verblijf van je kat zo comfortabel mogelijk te maken. Ze moeten bereid zijn om je kat net zo te voeden als jij dat doet, met name als hij op een speciaal dieet is, en je moet speeltjes of andere dingetjes zit kunnen achterlaten, zoals een oude sok waaraan jouw geur zit.

Het plaatsen van een kat in een pension heeft een paar voordelen ten opzichte van het inhuren van een oppas. Pensions werken meestal secuur en de beste hebben iemand in dienst die de dieren controleert.

Sommige dierenartsen hebben ook opvangmogelijkheden. Als dat bij jouw dierenarts zo is, dan is dat misschien wel de beste optie voor je huisdier. Het grootste voordeel is dat het personeel al bekend is met je dier en zijn medische achtergrond; een echt voordeel als je kat al wat ouder is of lijdt aan een chronische ziekte.

Een goed dierenpension vraagt om bewijzen van recente vaccinaties. Sowieso adviseren we je nooit een huisdier naar een pension te brengen als het niet al zijn inentingen heeft gehad. Het vergrote besmettingsgevaar is het risico niet waard.

Je kat meenemen

Of je nu met de trein of de auto gaat, reizen met je kat is eenvoudiger als je het van tevoren goed plant en middelen meebrengt die het reizen makkelijker maken, zoals:

  • Neem een robuuste mand van hoogwaardig kunststof, groot genoeg dat je kat er in kan staan en zich kan omdraaien, maar niet veel groter. Met zo’n reismand kun je de kat veilig naar de dierenarts of, als het moet, naar de andere kant van de wereld brengen.
    Als je gaat vliegen, informeer dan bij de luchtvaartmaatschappij naar de eisen waaraan een reismand moet voldoen.
  • Tuigje, identificatie en riem. Een angstige of geschrokken kat is moeilijker vast te houden dan een hete frituurpan. Een tuigje zorgt ervoor dat als je kat toch uit je armen glipt, hij niet verder kan dan de lengte van zijn lijn. Houd elke keer als hij uit zijn reismand is, de kat in zijn tuigje. Zorg er ook voor dat de kat gechipt is of op z’n minst een halsbandje draagt met jouw telefoonnummer.
  • Kattenbak en kattenbakgrit. Neem bij lange reizen, en als het mogelijk is, de vertrouwde kattenbak mee. Klonterend grit is het handigst voor onderweg, ook als je normaal gesproken een andere vulling gebruikt. En vergeet niet om een poepschepje en luchtdicht afsluitbare plastic zakjes mee te nemen om de klompen grit in te bewaren totdat je een afvalbak hebt gevonden. In plaats van een kattenbak gebruik je misschien liever een luchtdicht afsluitbare plastic afvalemmer. Haal alleen het deksel van de emmer als je kat zijn behoefte moet doen en vergeet niet de klonten te verwijderen.
  • Voedsel, water en bakjes. Neem een aantal porties voedsel mee die je huisdier normaal ook eet. Leg een fles water klaar in de auto zodat je kat altijd vers water heeft (ververs het water regelmatig). Een andere mogelijkheid is om een dierendrinkfles in de reismand te hangen.
  • EHBO-doos en verzorgingsmiddelen. Houd een EHBO-doos bij de hand en pak ook een kam en een borstel in. Vergeet ook niet om de eventuele medicijnen van je kat mee te nemen.
  • Tissues en allesreiniger. Dit heb je absoluut nodig, dat garanderen we je. En gooi ook maar wat oude handdoeken in de auto. Je kunt er een bedje mee maken en je kunt ermee schoonmaken.
  • Een paar favoriete speeltjes van je kat, inclusief een interactief spelletje als een kattenhengel. We hoeven vast niet uit te leggen waarom.

Het is logisch dat je de dingen die je uitkiest om mee te nemen, laat afhangen van het soort reis dat je gaat maken. Voor een vliegreis neem je dus minder mee dan wanneer je een paar honderd kilometer gaat rijden met de auto.

Reizen per trein

Veel huisdieren mogen in de meeste Europese landen met het openbaar vervoer mee. In Nederland en België mag je een kat zelfs gratis meenemen als je hem in een reismand vervoert. Zorg er wel voor dat hij geen zitplaats in beslag mag nemen en niet kan ontsnappen.

Reizen met de auto

Vervoer een kat altijd in zijn reismand en laat hem er onder geen beding uit tijdens het rijden. Als hij al niet onder de pedalen duikt, kan hij zich zo diep onder een autostoel verstoppen dat je er nog aardig wat werk aan hebt om hem er na de rit weer uit te krijgen.

Je kat reist misschien comfortabeler (en zeker een stuk stiller) als je zijn reismand afdekt met een handdoek als de auto in beweging is. Probeer dingen uit om te kijken wat je kat het beste bevalt. Als je kat niet stopt met janken, wat je ook doet, neem dan een plantenspuit mee en spuit hem nat telkens als hij begint te piepen.

Net als jijzelf, moet je kat om de twee uur even zijn poten strekken. Als je bent gestopt, lijn je hem veiligheidshalve eerst aan voordat je hem loslaat in de auto. Geef hem wat water en wat tijd om zijn behoefte te doen. Vast voedsel kun je het beste bewaren voor in de ochtend en ’s avonds bij aankomst of overnachting.

Verhuizen met een kat

Een van de meest stressvolle gebeurtenissen in het leven van een kat is een verandering van adres. Denk je eens in: eerst een vervelende autorit en dan kom je ook nog in een huis dat je niet kent en misschien zelfs nog ruikt naar de vorige bewoners. Logisch dat veel katten lange tijd diep ongelukkig kunnen zijn na een verhuizing en zich dagen-, zo niet wekenlang verstoppen onder het bed.

Gebruik een veilige kamer voor en na de verhuizing

De beste manier om je kat te verhuizen is om hem voor en na de verhuizing in een veilige kamer te houden. Dit is een kamer waar je kat niet wordt gestoord (bijvoorbeeld de badkamer) en die is uitgerust met voedsel, water, kattenbak, krabpaal, slaapmandje en voldoende speeltjes. Voel je niet schuldig omdat je je kat opsluit: hij voelt zich op dit moment echt prettiger in een kleine ruimte, waar hij overzicht heeft en niet wordt blootgesteld aan stressfactoren.

Het opsluiten in een veilige kamer voorkomt ook dat de kat kan ontsnappen, want in een onbekende omgeving kan zelfs een kat verdwalen (je hebt haar toch wel gechipt?)

In het ideale geval sluit je de kat eerst in het oude huis een dagje op in een veilige kamer terwijl jij inpakt, verhuis je hem in zijn reismand, en houd je hem in het nieuwe huis ook weer in een veilige kamer. Laat de reismand, met het deurtje open, staan. Het is in de ogen van je kat het bekendste plekje in het nieuwe huis en zal waarschijnlijk zijn favoriete stekje blijven totdat hij dit nieuwe huis als zijn nieuwe thuis ziet.

Pas als de drukte van de verhuizing helemaal voorbij is en alle meubels op hun plaats staan, open je de deur van de veilige kamer en laat je je kat vrijwillig de rest van het huis verkennen op de manier zoals hij dat wil. Ook als hij geen binnenkat is, moet je hem de eerste weken nog binnenhouden. Dit helpt hem om een band te vormen met zijn nieuwe omgeving.

Dit is het ideale moment om je kat te veranderen van een buitenkat in een binnenkat. In je oude huis klaagde hij steen en been als hij naar buiten wilde en jij gaf hem steeds zijn zin. Maar nu, in het nieuwe huis, is alles zo anders dat hij de eerste tijd niet eens merkt dat hij alleen maar binnen is. Als je nu consequent bent en niet meer reageert op zijn smeekbeden, verdwijnt de behoefte om naar buiten te gaan al snel.

Door de stress en desoriëntatie kan de kat weer ongewenst gedrag gaan vertonen waarvan je dacht dat je het hem allang had afgeleerd, zoals aan meubels krabben, agressie en de kattenbak vermijden.

De veilige kamer is van onschatbare waarde om de kans hierop zo klein mogelijk te maken. Aangezien er in de kamer weinig anders te beleven is dan krabben aan de krabpaal, en er geen andere plekken zijn om zijn behoefte te doen dan op de kattenbak, zal je kat het ongewenste gedrag minder snel gaan vertonen of er sneller weer mee ophouden. Nadat je begonnen bent hem uit de veilige ruimte te laten om de rest van het huis te onderzoeken, zet je nog een of twee kattenbakken neer, verspreid door het huis om de overgang makkelijker te maken. Je kunt later het aantal kattenbakken verminderen, als je zeker weet dat je kat zijn behoefte doet waar jij dat wilt.

De oudere kat

Zolang ze geen ongeluk krijgen, kunnen katten jarenlang gezond en gelukkig leven, gemiddeld zo’n twaalf tot veertien jaar. Binnenkatten kunnen nog ouder worden, tot zelfs twintig jaar.

Jij hebt de grootste invloed op de levensverwachting van je kat. Bescherming, preventie en vroege signalering van problemen zijn de woorden die je moet onthouden. En dit zijn de twee belangrijkste adviezen om ervoor te zorgen dat je huisdier een lang en gezond leven heeft: houd hem binnen en laat hem steriliseren of castreren.

Hoe oud is ‘oud’?

Volgens sommige mensen is een kattenjaar gelijk aan vier mensenjaren. Maar zo simpel is het niet. De ontwikkeling van een kat verloopt anders dan die van een mens. In het eerste jaar gaat alles razendsnel: in die tijd groeit een kat uit van baby tot jongvolwassene, vergelijkbaar met een puber van vijftien. Net als de puber ziet een kat van één jaar oud er redelijk volwassen uit en kan hij zich lichamelijk gezien voortplanten, maar de emotionele volwassenheid ontbreekt. In zijn tweede levensjaar begint hij volwassen te worden: een kat van twee is ruwweg gelijk aan een persoon van midden in de twintig. Een kat van drie jaar is vergelijkbaar met iemand van bijna dertig. Een kat van zes jaar is te vergelijken met een veertiger en een kat van twaalf jaar heeft het recht verdiend om het iets rustiger aan te doen, net als een eind-zestiger mag hij met pensioen. Een kat van twintig jaar is het kattenequivalent van een mens van bijna honderd jaar!

Normale tekenen van ouder worden

Het ouder worden van katten gaat vaak subtiel en geleidelijk. Op een dag merk je dat ze wat magerder wordt, of je realiseert je dat je haar al tijden niet meer op de vensterbank hebt zien springen. Met echte gezondheidsproblemen moet je natuurlijk naar de dierenarts, maar het kan handig zijn om te weten wat normale tekenen van veroudering zijn.

Achteruitgang van de zintuigen

Naarmate katten ouder worden, kunnen gehoor, zicht en reuk verslechteren. Sommige veranderingen zijn nauwelijks merkbaar omdat je kat zich eraan aanpast, zoals doofheid (die eigenwijze kat luisterde sowieso nooit naar je). Andere zijn duidelijker, zoals een stinkende adem vanwege problemen met het gebit.

Je kunt vermoeden dat je kat doof wordt als ze niet reageert op de geluiden die normaal gesproken altijd een reactie opwekten, zoals het geluid van de blikopener rond etenstijd. Je kunt je vermoeden testen door met je vingers te knippen achter haar hoofd. Als het goed is, draaien haar oren naar achteren, naar het geluid toe.

De smaakzin van je kat kan belangrijke gevolgen hebben voor haar eetlust en kan tot problemen leiden bij sommige oudere katten. Reuk is heel belangrijk voor je kat om te bepalen wat verleidelijk genoeg is om te proberen. Als de functie van dit zintuig is afgenomen, zit nergens smaak meer aan.

Warmte maakt reuk intenser. Probeer je kat te verleiden door blikvoer op kamertemperatuur op te dienen, of iets warmer. Bel pas de dierenarts als je kat echt niet eet.

Uiterlijke veranderingen

Omdat het lichaam van je kat intern veranderingen ondergaat, kun je extern ook veranderingen zien. Katten verliezen spiermassa naarmate ze ouder worden, dus je kat kan er knokiger gaan uitzien. Andere katten kunnen juist dikker worden, omdat ze dezelfde hoeveelheid calorieën naar binnen werken terwijl ze minder actief zijn. Ook de vacht kan veranderen; het haar voelt droger en dunner aan en de huid wordt minder soepel. Je kat kan zichzelf misschien niet meer zo goed verzorgen naarmate hij ouder wordt.

Gedragsveranderingen

Je kat kan in de loop van de tijd relaxter worden en liever in jouw schoot liggen dan in de gordijnen hangen. Er kunnen ook andere gedragsveranderingen optreden, zoals veel meer slapen. Daar moet je wel op letten, want extreme desinteresse in de wereld om hem heen kan ook een teken van ziekte zijn, net als juist te veel energie. Let ook op veranderingen in eetlust of dorst: zeer extreme veranderingen vallen niet onder gewoon ouder worden.

Gedragsveranderingen bij oudere katten wijzen vaak op gezondheidsproblemen. De voorheen goedgehumeurde kat die nu chagrijnig of defensief is, heeft misschien chronische pijn. Een kat die niet meer netjes op de bak gaat, kan een infectie of diabetes hebben.

Veelvoorkomende problemen

Oudere katten zijn net zo vatbaar, zo niet vatbaarder voor alle ziekten die jongere katten ook kunnen krijgen. Daar nog eens bovenop komen de gezondheidsproblemen die typisch zijn voor een hoge leeftijd, zoals diabetes, een verhoogde schildklierwerking en obstipatie.

Diabetes

Bij een kat met diabetes kan het lichaam de hoeveelheid suiker in het bloed niet meer zelf regelen. Er zijn twee typen diabetes: bij de eerste vorm, insulineafhankelijke diabetes, maakt de pancreas onvoldoende van het hormoon insuline om de bloedsuikerspiegel te regelen. De tweede vorm treedt op als het lichaam niet goed reageert op de insuline die de pancreas produceert.

Dikke katten ontwikkelen relatief vaker diabetes. Dit is nog een reden waarom het zo belangrijk is om overgewicht te voorkomen.

Katten met diabetes kunnen gewicht verliezen ondanks dat ze actief eten. Ze drinken en urineren ook vaker in grotere hoeveelheden. De urine van de kat kan ‘plakkerig’ zijn vanwege het hoge suikergehalte.

Als is vastgesteld dat je kat diabetes heeft, raadt de dierenarts meestal een behandeling aan die bestaat uit gecontroleerd afvallen en vezelrijke voeding. Soms kunnen medicijnen helpen om de bloedsuikerspiegel te regelen. In de meeste gevallen moet je de kat echter insuline-injecties geven. Je dierenarts zal je laten zien hoe je de injecties geeft en zal bespreken hoe jullie samen de vooruitgang van de kat en de medicijnbehoeften in de gaten zullen houden.

Verhoogde schildklierwerking

Hyperthyroïdie (oftewel verhoogde schildklierwerking) is een van de meest voorkomende aandoeningen bij oudere katten en houdt in dat er een teveel aan schildklierhormonen wordt geproduceerd. Het kan zich op veel manieren presenteren, variërend van overactiviteit in combinatie met veel eten en toch afvallen, tot zich gewoon niet lekker voelen.

Als er niets aan wordt gedaan, kunnen er problemen optreden met nieren, hart, lever en andere dingen, die soms leiden tot de dood. Bedenk wel dat jouw kat geen enkele van deze symptomen hoeft te vertonen en dat zelfs katten met overgewicht kunnen leiden aan hyperthyroïdie.

Er zijn twee methoden om hyperthyroïdie te behandelen. Ten eerste kan een dierenarts of chirurg de aangetaste schildklier(en) verwijderen. Er bestaat een kans dat er andere problemen optreden na de operatie. Ten tweede kan verhoogde schildklierwerking worden behandeld met medicijnen. Meestal Methinazol, maar er zijn andere opties. Niet alle katten reageren goed op Methinazol en niet alle eigenaren zien het zitten om hun kat de rest van zijn leven meerder keren per dag pillen te moeten geven. Daarom wordt medicijntherapie soms alleen gebruikt om de kat te stabiliseren totdat hij geopereerd kan worden.

Obstipatie

Een kat met obstipatie kan geen of nauwelijks ontlasting produceren. Het is een zeer pijnlijke en ernstige aandoening. De oorzaken zijn nog niet helemaal duidelijk.

Als de kat perst of het uitschreeuwt als hij probeert te poepen, of als er geen ontlasting is, is er een probleem. Vreemd genoeg kan obstipatie in eerste instantie zorgen voor diarree, omdat de darmen geïrriteerd raken door de vastgehouden ontlasting en daardoor waterig vocht of slijm kunnen produceren.

Mogelijk oplossingen zijn medicijnen, laxeermiddelen en/of een operatie. Bij dat laatste wordt een deel van de dikke darm verwijderd; dat helpt vaak, maar is een zware ingreep én kan leiden tot diarree. Wat je zelf kunt doen, is de kat vaker borstelen, zodat hij minder haren inslikt.

Speciale zorg voor kattentanden

Slechte tanden en tandvlees kunnen leiden tot pijn tijdens het eten en soms zelfs infecties in de nieren en andere organen veroorzaken. Als je voorheen al niet voor de tanden van je kat hebt gezorgd, begin daar dan nu in elk geval mee. Je kunt de tanden van je huisdier gezond houden door ze minimaal drie maal per week te poetsen. Maar kijk eerst of er niet al problemen zijn.

Als je kat rustig en ontspannen is, til je voorzichtig zijn lip op en kijk je naar zijn gebit. Je zult ongetwijfeld wat vergeling en slijtage zien, maar dat hoort bij het verouderingsproces. Waar je vooral naar moet zoeken, zijn tekenen van aandoeningen van het tandvlees, zoals plaque (een bruine, brosse substantie op het oppervlak van de tand, vooral bij het tandvlees) en ontstekingen van het tandvlees. In een ernstig aangetaste mond komen soms abcessen bij de tandwortel voor. In al deze gevallen ga je naar de dierenarts, die het gebit van de kat kan schoonmaken en eventuele slechte tanden trekken.

Weten wanneer zijn tijd gekomen is

Euthanasie, de technische term voor het ‘laten inslapen’ van een huisdier, is een van de moeilijkste beslissingen waarvoor je komt te staan. Want wanneer is het zover?

Sommige baasjes wachten niet tot het ongemak van hun huisdier overgaat in pijn en kiezen relatief snel voor euthanasie. Andere gebruiken de eetlust als maatstaf: als een oud of ziek dier niet meer in eten geïnteresseerd is, is zijn tijd gekomen. Weer andere baasjes wachten tot er geen enkele twijfel meer bestaat dat het moment is aangebroken. Wat je ook doet, het is altijd de juiste keuze voor jouw kat en voor jouw omstandigheden.

Het laatste bezoek aan de dierenarts

Euthanasie is een snelle en vreedzame procedure die wordt uitgevoerd door de dierenarts. De kat is binnen een paar seconden bewusteloos en overlijdt binnen een minuut. Je kunt ervoor kiezen om er tot de laatste seconde bij te zijn, je mag ook weggaan. Besef in elk geval dat je dier geen angst of pijn voelt.

Bel van tevoren op en vertel waarvoor je komt. Je hoeft dan niet eerst in de wachtkamer te gaan zitten, maar wordt direct naar een spreekkamer gebracht.

De dierenarts doet zijn of haar best om al je vragen te beantwoorden en om ervoor te zorgen dat je op je gemak bent met alles voordat hij verdergaat. Hij of zij kan de vacht op de voorpoot wegscheren, om gemakkelijker bij de ader te komen waarin het euthanasiemiddel wordt geïnjecteerd; hij of zij kan ook een catheter inbrengen of je huisdier verdoven.

Misschien wil je naderhand nog even bij je kat blijven. De dierenarts begrijpt dat ook en geeft je de tijd die je nodig hebt om te beginnen met het verwerken van je verlies.

Je kunt nu verschillende dingen doen met het stoffelijk overschot van je huisdier. (Denk hier vooraf over na.) De keuzen die je hebt zijn de kat achterlaten bij de dierenarts, begraven in de achtertuin of ergens in de omgeving (informeer wel bij de gemeente of en waar het is toegestaan) of cremeren of begraven op een dierenbegraafplaats. Ook nu is geen enkele keuze ‘fout’. Doe wat goed voelt voor jou en wat jou de meeste troost biedt.

Einde

Nu zijn we aan het einde gekomen van dit artikel. Ik hoop dat ik je heb kunnen helpen met het maken van de juiste keuze. Zo niet, dan hoor ik dat graag in de comments hieronder. Ook als je iets aan dit artikel hebt gehad, hoor ik dat graag.

Leave a Reply